Geen muziek, dat was zowel een goed als een slecht teken vond ik toen ik het muzieklokaal binnenliep. Ik was dus alleen, maar de volgende die binnen zou komen, zou iedere valse noot kunnen horen. Gelukkig dat de vleugel in de voorste cabine nog vrij was, dan zou ik in elk geval niet veel fouten maken. Ik opende de cabine en liet de deur achter me neer vallen. Ik ging op de pianokruk zitten en deed de klep omhoog. De witte en zwarte toetsen glommen door het licht van de cabine en zorgden voor een prachtig effect, aldus dat vond ik.